Bestellen en Doneren
Het boek ZES GRADEN laat zien hoe snel het klimaat verandert en beschrijft wat de gevolgen zijn van de opwarming van 1°C tot en met 6°C. Van orkanen tot stervend koraalrif en van verdrogend Amazonewoud tot hongersnood. Mark Lynas vat vele honderden wetenschappelijke artikelen uitermate leesbaar en aangrijpend voor ons samen.
ZES GRADEN is niet letterlijk de publieksversie van het 1e deel van het 6e IPCC-rapport, maar wel in zoverre het op basis van min of meer dezelfde wetenschappelijke literatuur de huidige en toekomstige toestand van het klimaat compleet beschrijft. Lees het. Bestel uw exemplaar.
U kunt ook doneren. Wij verantwoorden de besteding bij Donaties.
OVER HET BOEK
Wat zijn nu eigenlijk de daadwerkelijk gevolgen van klimaatverandering? We leven nu al in een wereld die 1°C warmer is dan die van onze grootouders. Hoe ziet de wereld eruit bij 2°C opwarming? Of wanneer we naar de 6°C gaan? In het boek ZES GRADEN laat Mark Lynas aan de hand van wetenschappelijk onderzoek de verschillende scenario’s zien.
“Ik geloof nu dat bij 3°C de beschaving ernstig in gevaar zal komen, terwijl bij 4°C een wereldwijde maatschappelijke ineenstorting dreigt en het ergste uitsterven op aarde sinds tientallen of zelfs honderden miljoenen jaren. Bij 5°C komen er enorme positieve terugkoppelingen op gang met zulke extreme gevolgen dat het grootste deel van de wereld er biologisch onleefbaar door wordt. Bij 6°C slaat het opwarmingsproces volledig op hol”.
Mark Lynas – Zes Graden
Met het huidige ‘business-as-usual’-traject kunnen we al in het begin van de jaren dertig de +2°C tegemoet zien, rond het midden van de eeuw +3°C en ongeveer tegen 2075 de +4°C. Als we pech hebben (zoals het ontdooien van de permafrost in het noordpoolgebied of de ineenstorting van de tropische regenwouden) zouden we tegen het einde van de eeuw op +5°C of zelfs +6°C kunnen zitten. Alleen als de politici zich serieus en vastberaden inzetten om de doelstellingen van Parijs te verwezenlijken kunnen we de +2°C nog steeds uitstellen tot het einde van de eeuw, en voorkomen dat het ooit tot de +3°C of hoger zal komen.
Het verschil
tussen 1,5 en 2°C
In 2015 spraken de wereldleiders in Parijs af dat ze zich ‘zullen inspannen’ om de stijging van de mondiale temperatuur onder de 1,5°C te houden. Maar wie nu, zes jaar later, alles op een rijtje zet, ziet dat dit hoogstwaarschijnlijk niet gaat lukken. Dus is het belangrijk te weten hoeveel dat uitmaakt, 1,5°C of 2°C opwarming? Laten we daarom nog even kort samenvatten wat deze schade waarschijnlijk zal inhouden. Lees meer >>
Kans
Dat wij mensen de opwarming veroorzaken, achtte het IPCC-rapport van 2014 ‘zeer waarschijnlijk’. In IPCC-taal betekent dat zeer precies: voor 95-100% waarschijnlijk. Dus ja, dan laat een kans van 5% toe dat de klimaatverandering, ofwel natuurlijk is, ofwel onverklaarbaar is met de huidige kennis. Maar in 2019 evalueerde een team van wetenschappers deze kansen opnieuw. Op basis van drie datasets van temperatuurwaarnemingen in de atmosfeer, in combinatie met de uitkomsten van klimaatmodellen, concludeerden zij dat er slechts een kans van 1 op 3,5 miljoen is dat de huidige opwarming van de aarde natuurlijk is. Dat vertaalt zich in een kans van ongeveer 0,00003% dat de Republikeinse Partij van de VS gelijk heeft. Zoals de wetenschappers somber concluderen: ‘De mensheid kan het zich niet veroorloven om zulke duidelijke signalen te negeren.
Inleiding
(Integrale tekst uit Zes graden)
Toen ik aan het schrijven van dit boek begon, dacht ik dat we klimaatverandering waarschijnlijk wel zouden overleven. Nu ben ik daar niet meer zo zeker van. Zoals u straks kunt lezen, leven we nu al in een wereld die 1°C warmer is dan die van onze ouders en grootouders. Wanneer dat 2°C wordt – wat nu al dreigt – zal onze samenleving zwaar in de knel komen, terwijl regenwouden, koraalriffen en vele andere ecosystemen definitief het loodje zullen leggen. Bij 3°C geloof ik nu dat de integriteit van de beschaving zelf ernstig in gevaar zal komen, en bij 4°C dat menselijke samenlevingen over de hele wereld waarschijnlijk zullen instorten, terwijl de biosfeer getroffen zal worden door de ernstigste massa-extinctie sinds tientallen of zelfs honderden miljoenen jaren. Bij 5°C zullen er machtige, zichzelf versterkende terugkoppelingen ontketend worden, die zo veel extra opwarming veroorzaken en zulke extreme klimaatgevolgen hebben dat het grootste deel van de aarde biologisch onleefbaar wordt en de mensheid wordt teruggedrongen tot een handvol kleine toevluchtsoorden, waar ze nog net kan overleven. Bij 6°C dreigt het opwarmingsproces op hol te slaan, waardoor de biosfeer volledig zou kunnen afsterven en onze planeet voor eens en altijd zijn levensvatbaarheid verliest.
Het VN-Akkoord van Parijs werd in 2015 ondertekend. Daarmee Bij de ondertekening van het VN-Akkoord van Parijs in 2015 werd door wereldleiders plechtig beloofd de wereldwijde temperatuurstijging te beperken tot 1,5°C, of, als dat niet lukte, tot 2°C. Tot nu toe hebben ze hun beloften totaal niet waargemaakt. Om de doelstelling van 1,5°C te halen, zouden we de wereldwijde uitstoot binnen een decennium met bijna de helft moeten terugdringen en halverwege de eeuw op ‘netto nul’ moeten uitkomen. In plaats daarvan zijn de emissies sinds het akkoord elk jaar tot nieuwe recordhoogtes gestegen. Veel landen hebben hun ‘Parijse beloften’ inmiddels aangedragen, maar zelfs als deze volledig worden nagekomen, zou het gecombineerde effect ervan op de uitstoot zo onbeduidend zijn dat het ons op volkomen roekeloze wijze in de wereld van 4°C zou storten.
Daarom wilde ik een volledig nieuwe, compleet bijgewerkte versie van mijn boek Zes graden uit 2007 schrijven, want hoewel de wetenschappers van de wereld met al hun onderzoek en geschrijf de afgelopen twee decennia geweldig veel arbeid hebben verricht, is de werkelijke betekenis van hun verworven inzichten op de een of andere manier niet tot ons politiek bestel doorgedrongen. De hoofdstukken van dit boek maken klip en klaar wat elke opeenvolgende graad aan temperatuurstijging voor onze menselijke samenleving en de natuurlijke systemen van de planeet zal betekenen. De situatie is ongekend dringend geworden, en niemand die dit leest zal kunnen zeggen dat hij of zij niet wist wat ons te wachten staat.
Ik kan u niet precies zeggen wanneer de wereld van de toekomst de verschillende temperatuurniveaus zal bereiken. Dit is niet zozeer omdat de wetenschap onzeker is – hoewel dat in zekere zin wel het geval is – maar omdat het opwarmingstempo in deze eeuw zal afhangen van nog te nemen beslissingen over hoezeer en hoe snel we de koolstofuitstoot laten stijgen. Wanneer het huidige business-as-usual-traject wordt voortgezet, kunnen we al in het begin van de jaren dertig een opwarming van 2°C tegemoetzien, rond het midden van de eeuw van 3°C en rond 2075 van 4°C. Als we pech hebben met positieve terugkoppelingen (meer daarover later in dit boek) – zoals die van het ontdooien van de permafrost in het noordpoolgebied of van de teloorgang van de tropische regenwouden – kunnen we tegen het einde van de eeuw op 5°C of zelfs 6°C uitkomen. Daartegenover staat dat als de politici zich serieus en vastberaden inzetten om de doelstellingen van Parijs te verwezenlijken – en de Verenigde Staten zich daar weer bij aansluiten – we een stijging van 2°C nog tot de tweede helft van de eeuw kunnen uitstellen en voorkomen dat we ooit 3°C of hoger bereiken.
Als je me vraagt welke van deze twee scenario’s het waarschijnlijkste is, moet ik helaas zeggen dat ik de toekomst nu een stuk somberder inzie dan bij de eerste Zes graden. Destijds geloofde ik dat als er maar genoeg mensen beter geïnformeerd zouden zijn over de realiteit van klimaatverandering, de wereld zeker in beweging zou komen. Hoewel er positieve ontwikkelingen zijn geweest – zoals een dalend gebruik van steenkool in sommige landen en goedkopere duurzame energie – vallen deze in het niet bij de gesignaleerde emissiestijgingen en een alarmerende trend van ontkenning. Hiermee bedoel ik niet alleen de openlijke klimaatontkenning van bepaalde Amerikaanse politici die zo dom zijn dat ze de opwarming van de aarde op Twitter een ‘verzinsel’ noemen. Ik doel ook niet slechts op het reactionaire populisme dat de liberale democratische waarden momenteel ernstig ondermijnt en dat ervoor heeft gezorgd dat extreemrechtse partijen voor het eerst sinds het verslaan van Hitler internationaal weer in de lift zitten. (2007 lijkt intussen een zoveel mildere wereld.) Ik bedoel tevens het soort ontkenning waar we allemaal aan meedoen, de zogenaamde ‘implicatieve ontkenning’ van klimaatverandering die ons in staat stelt ons leven gewoon te blijven leven, ondanks de voor de hand liggende implicaties van wat klimaatwetenschappers ons vertellen. Het is alsof we ze niet écht geloven.
Het is immers nog steeds – zij het maar nét – mogelijk om te doen alsof de wereld niet opwarmt, of dat de snelheid van de verandering niets uitzonderlijks is, of dat de opwarming die we zien het resultaat kan zijn van ‘natuurlijke cycli’ of iets dergelijks. Zelfs het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) van de VN laat dit toe. In zijn rapport van 2014 stelde het IPCC dat de stijgende broeikasgasconcentraties in de atmosfeer als gevolg van menselijk handelen slechts ‘zeer waarschijnlijk’ de hoofdoorzaak zijn van de waargenomen opwarming sinds het midden van de 20e eeuw. (1) In IPCC-taal heeft ‘zeer waarschijnlijk’ een nauw omschreven, getalsmatig uitgedrukte betekenis van 95-100% waarschijnlijkheid. Dus ja, dan bestaat er inderdaad een kans van 5% dat klimaatverandering ofwel een natuurlijk verschijnsel is, of met de huidige stand van onze kennis niet te verklaren valt. Maar in 2019 heeft een team van wetenschappers deze waarschijnlijkheidsmarge opnieuw berekend. Op basis van drie datasets van temperatuurwaarnemingen in de atmosfeer, in combinatie met de uitkomsten van klimaatmodellen, concludeerden zij dat er slechts een kans van 1 op 3,5 miljoen is dat de huidige opwarming van de aarde een natuurlijke oorzaak heeft. (2) Dat vertaalt zich in een kans van ongeveer 0,00003% dat de Republikeinse Partij van de VS gelijk heeft. Zoals de wetenschappers somber concluderen: ‘De mensheid kan het zich niet veroorloven zulke duidelijke signalen te negeren.’
Ik ben het daarmee eens, en ik heb mij bij het schrijven van dit boek de taak gesteld om de wetenschap zó duidelijk over te brengen, dat niemand nog een excuus zal hebben om er de ogen voor te sluiten. Ik heb jaren doorgebracht met het doorspitten van oude nummers van obscure gletsjertijdschriften die niemand meer raadpleegt. Ik heb me lange dagen verdiept in de kleine lettertjes van de citaten in de IPCC-rapporten. Daarbij heb ik vele honderden wetenschappelijke artikelen gelezen, zodat u dat niet hoeft te doen. Dus wilt u de waarheid over klimaatverandering weten? Hier is ze. Ik ben er niet optimistisch over, want daar is weinig reden toe, maar blijf wel hoopvol. Zelfs als al het andere verloren lijkt, blijft de hoop over. Ik zie haar voor me. Ze geeft een weg naar de toekomst aan.
Noten
- IPCC, 2014: Climate Change 2014: Synthesis Report. Contribution of Working Groups I, II and III to the Fifth Assessment Report of the Intergovernmental Panel on Climate Change, Core writing team, R.K. Pachauri and L.A. Meyer (eds). IPCC, Geneva, Switzerland.
www.ipcc.ch/site/assets/uploads/2018/02/SYR_AR5_FINAL_full.pdf - blogs.scientificamerican.com/observations/five-sigmawhats-that/